Een werkplek is pas een werkplek als je medewerkers toegang hebben tot de juiste applicaties. In deze blog zoomt Chris van Werkhoven, onze CTO Digital Workspace, in op slimme manieren om applicaties beschikbaar te stellen. Ook na end-of-support van App-V in april 2026.
Digital Services : country and language
Beheersbaarheid en gebruikersvriendelijkheid
In onze vorige blog keken we naar de verschillende soorten werkplekken en Windows-versies die er zijn. Maar zonder applicaties is een werkplek natuurlijk geen werkplek. Of jouw medewerkers nu met virtuele werkplekken werken of met ‘gewone’ fysieke werkplekken, je moet op één of andere manier de juiste applicaties bij de juiste medewerker krijgen. Daarbij staat beheersbaarheid en gebruikersvriendelijkheid voorop.
Fysieke werkplekken versus virtuele werkplekken
Als je kijkt naar fysieke werkplekken is Microsoft Intune of VMware Workspace One een goede oplossing om endpoints te beheren. Zo’n Endpoint Manager maakt het mogelijk mobiele apparaten en pc’s te beheren vanuit de cloud. Zo hebben je medewerkers overal en altijd veilig toegang tot bedrijfsapplicaties en -data. De tool installeert echter de applicaties op het fysieke apparaat. Als je werkt met virtuele werkplekken en een applicatielandschap van, pak ‘m beet, tweehonderd applicaties, dan wordt dat natuurlijk een onmogelijk verhaal. Al zou je op een server tweehonderd applicaties willen installeren, als er één installatie verandert, moet je de hele server in onderhoud nemen, wijzigen, testen en accepteren voordat het terug in productie wordt genomen. Een onwerkbare situatie. Voor virtuele werkplekken zijn er verschillende technologieën waar je gebruik van kunt maken om dit anders te doen.
Applicatievirtualisatie
Voor applicatievirtualisatie werd tot nu toe veel gebruik gemaakt van Microsoft App-V en ThinApp van VMware. Microsoft App-V is echter end-of-support en er is geen volwaardige opvolger. Hiervoor presenteerde Microsoft ooit MSIX, maar naast dat het nog niet af is, heeft Microsoft bovendien ook aangegeven dat het geen honderd procent vervanging gaat worden van App-V. Applicatievirtualisatie is duidelijk niet iets waar Microsoft hoog op inzet.
Applicatielayering
Een andere optie is applicatielayering. Bij deze technologie worden applicaties in virtuele lagen geïnstalleerd, die los staan van de virtuele desktop. Elke laag wordt dynamisch toegewezen aan een server op het moment dat iemand inlogt. De laag kan aan het besturingssysteem worden bevestigd of verwijderd zonder dat besturingssysteem te beïnvloeden. Zo bouw je als het ware in een paar seconden een virtuele applicatielasagne op het moment dat de gebruiker daarom vraagt. De ene gebruiker krijgt bijvoorbeeld layer 4, 7 en 12 toegewezen en een andere gebruiker layer 5, 7 en 11. Veelgebruikte oplossingen zijn App Volumes van VMware en FlexApp van Liquidware. Dit heeft als groot voordeel dat je de levenscycli van de server en de werkplek kunt scheiden en los van elkaar kan beheren. Heb je een substantiële virtuele werkplekomgeving met een groot of complex applicatielandschap, dan kun je eigenlijk niet zonder layering.
Op zoek naar een alternatief
Veel bedrijven zijn in het verleden met Microsoft App-V aan de slag gegaan en werken met honderden gevirtualiseerde applicaties. Nu App-V ophoudt te bestaan, moeten deze organisaties op zoek naar een alternatief. Terugvallen op ouderwets installeren is vaak geen optie: daar heb je in het verleden niet voor gekozen en daar waren goede redenen voor. Layering is dan een optie waar we je zeker van adviseren om naar te kijken.
Meer weten?
Benieuwd naar het beste recept voor jouw applicatielasagne en wat voor jou de optimale manier is om applicaties beschikbaar te maken voor je medewerkers? Neem gerust contact met ons op. We leren je graag kennen.
